Boomkunstenaar - Hubert Peters

Hubert Peters werkt inmiddels ruim tien jaar als boomverzorger bij Boogaart Almere. Een piepklein deel van zijn tijd laat hij zijn creativiteit los op een overgebleven boomstam. Toen hij nog op school zat en stage liep bij Staatsbosbeheer, was er een boswachter die af en toe uit een boomstam een vogelvoederhuisje zaagde. Anderen zaagden wel eens een uiltje. ‘Ik ben klein begonnen, met een kleine boomstam. Daarna ging ik steeds grotere beelden verzinnen uit grotere stammen.’ 

Als boomverzorger begeleidt hij de levensloop van bomen. ‘In het bos heb je natuurlijke selectie, omdat bepaalde bomen andere verdringen. In de stedelijke omgeving moet je zo nu en dan van de ooit gedane aanplant een deel weer laten gaan. Ik denk dat ik door de jaren heen evenveel bomen heb geplant als omgezaagd. Na de aanplant van bomen lever je nazorg, begeleid je met snoeien de groei van een boom. Op den duur haal je sommige bomen ook weer weg. Het is een natuurlijke cyclus, die altijd doorgaat.’

Iets moois achterlaten

Hij vindt het prachtig als hem wordt gevraagd om iets moois achter te laten. ‘Dan geef je die boom een tweede leven. Vaak kom ik uit op dierenfiguren, maar ik heb ook wel eens twee in elkaar geslagen handen gezaagd, een liggende zeemeermin, Bert en Ernie boven elkaar, een bankje of een stoel. En ja, groot of klein, ik gebruik hiervoor altijd een motorkettingzaag. Grote kettingzagen voor het grove werk en kleinere voor het fijnere werk. Een klein beeld kan in een kwartiertje. Met een groot beeld ben je zomaar een dag bezig.’

Soms moet hij de boom zelf vellen, soms komt hij er pas bij als het kunstwerk gemaakt wordt. ‘Elk soort hout heeft z’n voors en tegens. Als de boom zachter is, werkt het makkelijker. Maar door de vezelige structuur, kun je het minder afwerken. Met een hardere boom ben je langer bezig, maar die kun je weer meer details geven.’ In de Sesamstraat staan twee houten beelden van hem. Op de Kemphaan kom je ze tegen. Het meest trots is hij op zijn Paaseiland-koppen in Almere Haven. ‘In Almere heb ik minstens 20 bomen bewerkt. In heel Nederland staan er zeker 100.’